Niet met de slee door Zweeds Lapland, wel de Camino Portugués wandelen

Niet met de slee door Zweeds Lapland, wel de Camino Portugués wandelen

18 March 2024

Zoals verwacht loopt alles anders...

Vanwege gezondheidsredenen heeft Sanne haar reis naar Zweeds Lapland waar we jullie eerder over vertelden moeten annuleren. Ontzettend jammer natuurlijk, maar Sanne zou Sanne niet zijn als ze niet tóch nog op avontuur zou gaan!

Want als je niet meer met je slee door Zweeds Lapland kan trekken dan ga je maar de Camino lopen!

De Camino Portugués, van Porto naar Santiago, en dan de Variante Espiritual om precies te zijn. In 10 dagen liep Sanne zo'n 300 km.

 

Lees hieronder het eerste deel van haar reisverslag. Deel twee zal snel volgen!

 

 

De CAMINO Portugués met variante Éspiritual

 

Handige weetjes:

Apps: Camino Ninja, Gronze, Buen Camino

Reisperiode Sanne: februari/maart 2024 (voorseizoen)

 

AANKOMSTDAG: van Porto (vliegveld) naar Mosteiró

Slapen: Casa dos Caminhos de Santiago

 

Het lopen van de Camino is een plan wat ik slechts enkele dagen van tevoren bedenk. Maandenlang trainde ik voor een expeditie naar Lapland in de sneeuw, maar het leven besloot anders. Ik werd ziek en moest de expeditie een week voor vertrek annuleren. Het was niet verantwoord om temperaturen van -30 graden op te zoeken in mijn toestand.

Die avond aan de keukentafel bij mijn moeder, terwijl ik mijn frustraties deel over de geannuleerde reis, zegt ze; ‘waarom ga je niet de Camino lopen?’. Oké, denk ik, waarom ook niet? Wekelijks komen er mensen bij ons in de winkel die de Camino gaan lopen. Vaak met een maandenlange voorbereiding. Ik heb 5 dagen… mijn hersens beginnen te ratelen, hoe krijg ik dit voor elkaar? Ik raadpleeg een familielid, waarvan ik weet dat ze de Camino Portugués dit voorjaar heeft gelopen. Meteen stuurt ze mij alle GPX bestanden van haar route door en krijg ik het ene na het andere appje met tips. Ze stuurt mij ook het adres van een albergue waar ik de eerste nacht kan slapen. En dan geloof ik dat de beslissing al is gemaakt. Ik ga naar Porto!

Een paar dagen later neem ik afscheid van Ward en de kinderen op het vliegveld in Eindhoven. De tranen stromen over mijn wangen als ik richting de security loop. 12 dagen alleen op pad… Het is de eerste keer dat ik dit doe en ik ben oprecht nieuwsgierig hoe ik het zal gaan vinden. Vind ik het nog gezellig met mijzelf na 5 dagen bijvoorbeeld? Zal ik mij eenzaam gaan voelen? Ik maak me zorgen over mijn rugzak, ik heb namelijk niet de beste ervaringen met security. Ik heb mijn rugzak met zorg ingepakt, maar wat als ik toch iets mee heb genomen wat er niet in mag? Grappig dat ik mezelf helemaal niet druk maak over de hele wandeltocht en wat dat allemaal met zich mee kan brengen maar wel over in het vliegtuig stappen. Voordat ik het weet ben ik door de security heen sta een beetje bedremmeld mijn schoenen aan te trekken. Het gaat gewoon allemaal goed! En ik begin te ontspannen.

Een paar uur later stap ik na een korte vlucht uit in Porto. Ik heb bedacht om vanuit het vliegveld meteen te gaan lopen naar mijn eerste albergue. Na amper 1 kilometer hoor ik achter mij ‘Bom Caminho!’. Een man met grote rugzak en een baard alsof hij al een paar jaar onderweg is komt snel mijn richting aangelopen. Hij begint meteen honderduit te praten en ik besef dat ik zonder dat ik het weet al op de Camino loop; wat een warm welkom!

Na een paar kilometer kom ik aan bij mijn eerste ‘albergue’ en maak ik voor het eerst kennis met kluisjes en slaapzalen. ’s Avonds eet ik mijn eerste pelgrimsdiner gekookt door de eigenaresse.

 

Kosten:

35 euro slapen incl. ontbijt

Pelgrimsdiner: 10 euro

 

WANDELDAG 1: van Mosteiró naar São Pedro de Rates

Slapen: Albergue de Peregrinos Sāo Pedro de Rates

 

Het regent, mijn donsjas is nat van een lekkende waterfles en ik moet mijn tas drie keer opnieuw inpakken omdat ik weer iets vergeet wat natuurlijk onderin zit… Na een fijne maar koude nacht (door de dikke muren is het binnen in het oude huis kouder dan buiten), koop ik mijn credencial (pelgrimspaspoort) bij de eigenaresse van de albergue en krijg ik mijn eerste stempel. Jippie!

Tijdens de Camino verzamel je iedere dag stempels in je ‘credencial’. Dit doe je bijvoorbeeld bij barretjes, kathedralen, kloosters en albergues en deze stempels heb je nodig om je compostela te kunnen halen in Santiago de Compostela. Je moet minimaal 2 stempels per dag verzamelen. Sommige stempels zijn ware plaatjes en het is ook een leuke herinnering aan je reis.

Ik zwaai mijn rugzak om (Osprey EJA 38) en ga lopen. Ik voel de vrijheid van het alleen zijn. Benieuwd wat deze dag gaat brengen.

Nou dat was een hoop regen! In het begin viel het nog mee. Wel bewolkt met hier en daar een bui. Hoe meer kilometers ik loop hoe natter het wordt, zodat ik het laatste uur wel een beetje met mijn ziel onder mijn arm loop. Maar dan toetert er ineens een auto, gaat het raampje open en roept iemand ‘Bom caminho!’. Dat geeft de burger moed.

Met enige spanning ga ik op zoek naar de albergue. Eenmaal gevonden sta ik voor een grote zware ijzeren deur in de stromende regen. Ik bel aan, er zwaait een raam boven mij open en een uiterst vriendelijke man roept, ‘kom binnen!, kom binnen!’. Hij komt naar beneden en biedt zijn excuses aan dat ik in de regen sta (hilarisch na een hele dag in de regen).

De man begeleidt mij onder een paraplu naar binnen en ik krijg alles wat ik nodig heb… een dak boven mijn hoofd, een bed en een keukentafel vol met ‘camino familie’. Een fles cider wordt opengetrokken, er wordt mij verteld dat ik dit naar binnen moet klokken ‘anders proef je het en het is niet lekker’, en in een mum van tijd staat de tafel vol met cake, brood en kaas.

Dit is dus precies de reden waarom je naar een albergue moet gaan en niet naar een guest house. Het is ontzettend bijzonder om andere pelgrims te ontmoeten en we hebben een hele gezellige avond met elkaar. Daarna slapen met z’n twaalven op een piepkleine slaapzaal maar ik heb geluk: geen snurkers…

De albergue wordt gerund door hospilitares (vrijwilligers) en is op donatiebasis. Er zijn meerdere slaapzalen en warme douches en in de keuken kun je een eigen maaltijd maken. Veel mensen willen graag iets terug doen voor ‘de Camino’ nadat ze deze zelf gelopen hebben en worden een tijdje vrijwilliger in een albergue. Zo ook Yvonne en Gerrie, een Nederlands stel, die ik ontmoet in deze albergue. Yvonne deelt veel tips en drukt mij op het hart om naar Casa Fernanda te gaan, voor de échte camino ervaring.

Het is druk aan de keukentafel met vertrekkende en nieuwe vrijwilligers. Allemaal hebben ze wel een paar camino’s op hun naam staan en ze vertellen er ontzettend enthousiast over. Aan het einde van de avond neemt een vertrekkende vrijwilligster nog even het woord voor de groep en zegt;

‘De Camino geeft je niet waar je om vraagt maar het geeft je wat je nodig hebt. Als je in Santiago aankomt ben je niet meer dezelfde.’

 

Kosten:

4 euro Credencial camino paspoort

1,50 koffie

5,40 euro soep en brood

20 euro albergue (donatie)

 

WANDELDAG 2: van São Pedro de Rates naar Barcelos

Slapen: Top’Otel

 

Change of plans vandaag: ik loop maar 17 km in plaats van de geplande 25. Waarom? Omdat iedereen zegt dat ik écht naar Casa da Fernanda moet gaan. Iedereen van mijn ‘camino familie’ gaat en ik twijfel geen moment om ook te gaan.

Deze morgen neem ik dus alle tijd om rustig te vertrekken. Ik neem afscheid van de lieve hospilitares en stap naar buiten in de regen. Gelukkig klaart het na een kwartiertje al op en breekt de zon door. Hoe anders ziet de wereld er dan uit!?

Na 9 km stap ik een barretje in voor een kop koffie. Mijn camino vriend Mariano zit daar aan een tafeltje en vraagt of ik bij hem kom zitten. We praten en zijn zo een uur verder, we hebben immers alle tijd. Ik boek het guesthouse wat hij heeft uitgezocht en loop tevreden naar buiten.

Aangekomen in het guesthouse voelt het wat ongemakkelijk luxe; een slaapkamer voor mijzelf en een eigen badkamer. Ik maak er maar even dankbaar gebruik van en benut de tijd die ik ‘over’ heb doordat ik vandaag maar een korte dag gewandeld heb om een nieuw plan te maken voor de afstanden van de komende dagen. Ik heb immers wat kilometers in te halen…

Barcelos is een historische stad met veel bezienswaardigheden. Je kunt er dus prima een middag vertoeven. Je vindt overigens ook vrijwel overal op de route apotheken waar je bijv. EHBO artikelen kunt kopen. Het is dus niet nodig om al teveel mee te nemen in je rugzak. Ik sluit de dag af met een pelgrimsdiner met mijn camino vrienden en we hebben betekenisvolle gesprekken. Tja, dat brengt de camino wel met zich mee, je doet makkelijk contacten op en hebt direct de meest diepgaande gesprekken met mensen die je amper kent.

 

Kosten:

40,50 euro Guesthouse

1,50 koffie en cake

2,70 lunch

20 euro pelgrimsdiner met de nodige wijn en port

 

WANDELDAG 3: van Barcelos naar Vitorino dos Piães

Slapen: Albergue de Peregrinos Casa da Fernanda

 

Vanochtend ontbijt ik met mijn camino vrienden en ga vervolgens weer alleen op pad. De route is niet de mooiste route die ik ooit gelopen heb en ik moet ook erg wennen aan het lopen op de verharde wegen. Het is veel asfalt of ‘cobblestones’ een soort kinderkopjes. Deze harde ondergrond in combinatie met het lopen met bepakking zorgt dat je snel last kunt krijgen van je voetzolen. Zorg dus voor voldoende demping in je schoenen en goede sokken om je voeten te ontzien. Mijn sokkentip: Icebreaker of Wrightsocks.

Ik sta even stil bij een ‘mijlpaal’ die mij vertelt dat het nog 182 km naar Santiago is. Een vrouw roept vanuit de verte ‘Do you want a picture?’. Ze loopt op me af en ik hoor aan haar accent dat ze Nederlandse is. Ze stelt zich voor als Lara en vertelt in een kwartier haar bijzondere levensverhaal en hoe het lopen van de Camino haar leven veranderd heeft (ze heeft na het lopen ervan haar huis verkocht en 10 jaar rondgetrokken in een camper). Ik vertel dat ik het bijzonder vind dat iedereen zo ontzettend aardig en behulpzaam is op de Camino. Haar antwoord: ‘maar dat is helemaal niet bijzonder, dat komt omdat je zelf aardig bent’. Tja, caminowijsheid zullen we maar zeggen. We nemen afscheid en ze wenst mij ‘heel veel geluk in mijn leven’. Liefde in overvloed voor wie wil zien en ontvangen…

Ik loop de laatste kilometers naar Fernanda. Eigenlijk wil ik niet met lege handen aankomen bij de albergue maar helaas kom ik ook geen winkel meer tegen om iets te kopen. Dus pluk ik al lopende een veldboeket. Aangekomen bij Fernanda word ik verwelkomd door een aantal puppy’s en komt Fernanda zelf ergens uit haar enorme moestuin opduiken. Ze is ontzettend zorgzaam en maakt een kopje thee met kruiden uit haar tuin. Ik maak kennis met de andere pelgrims en na een tijdje roept Fernanda dat het eten klaar is. Ze heeft heerlijk Portugees gekookt voor ons. We genieten allemaal van het lekkere eten. Op het moment dat ik naar bed wil gaan staan daar ineens de hospilitares Luciana en Jesus die we kennen uit de albergue van São Pedro de Rates op de stoep! Wat een verrassing! Die twee zijn een bijzonder stel want ze zijn elkaar tegengekomen op de Camino Portugués. Luciana komt uit Brazilië en Jesus uit Spanje. De vonk spatte over bij Fernanda en sindsdien zijn ze een koppel en inmiddels getrouwd. Ze hebben hun leven in het teken van de Camino staan, hebben hun eigen albergue op de Camino Primitivo en zijn vrijwilliger in de albergue in São Pedro de Rates.

Het feest barst los als Jesus zijn fles cider tevoorschijn tovert en een openingsdans met Luciana opvoert. Al gauw staan we allemaal te dansen en te zingen Even later sta ik op de tafel te dansen met Fernanda. Wat een vrouw en wat een avond!

 

Kosten:

Slapen inclusief ontbijt en diner: 30 euro

Pelgrimslunch 10 euro

 

WANDELDAG 4: van Vitorino dos Piães naar Rubiães

Slapen: Ninho Albergue - The Pilgrim Nest

 

Nog nagenietend van de mega gezellige avond, mag ik aanschuiven aan de rijkelijk gevulde ontbijttafel waar de man van Fernanda zorgt dat het ons aan niets ontbreekt. Het is moeilijk om weg te gaan uit dit Camino paradijs… ik weet dat ik deze ochtend afscheid moet nemen van Mariano (uit Australië), Guillaume (uit Zwitserland) en zijn moeder Nathalie, mensen die mij in korte tijd heel dierbaar zijn geworden en waar ik de afgelopen dagen enorm veel plezier mee heb gehad. Ik moet de komende dagen veel grotere afstanden gaan afleggen dan zij omdat ik minder tijd heb en natuurlijk nog wat kilometers moet ‘inhalen’ van de vorige dagen. Ik moet doorlopen dus!

Het alleen lopen ben ik de afgelopen dagen steeds meer gaan waarderen. Een ervaring die ik nog niet eerder heb gehad. Maar vandaag merk ik dat ik nog niet los kan komen van mijn ‘camino familie’. En dus lopen we de eerste 12 km samen naar Ponte de Lima, een prachtig historisch stadje met een Romeinse brug. Het gaat in een slakkengangetje want Nathalie heeft een slechte heup en loopt hierdoor moeilijk. Ook de vermoeidheid begint haar parten te spelen na 4 wandeldagen.

We komen pas om 14u aan in Ponte de Lima en besluiten samen nog te lunchen om ons afscheid te ‘vieren’. Om 15u is het moment toch echt aangebroken dat ik alleen verder moet. Ik zwaai mijn rugzak om en loop dapper de brug op. Ik heb nog 18 km en een berg te beklimmen voor ik aankom op mijn volgende bestemming; Rubiães. Ik zet er flink de pas in. De liedjes van de vorige avond ‘zingen’ nog na in mijn hoofd en ik voel zoveel blijdschap van de afgelopen bijzondere dagen dat ik bijna over het pad ‘zweef’.

Onderaan de desbetreffende berg aangekomen koop ik een Fanta en zakje chips die ik al lopend naar binnen werk en begin aan de ‘beklimming’. Het uitzicht is prachtig maar bovenaan de berg zie ik geen bewegwijzering meer. De hele Camino is ontzettend goed aangegeven met gele pijlen maar uitgerekend hier, waar ik geen telefoonbereik heb en mijn GPS horloge het ook moeilijk heeft, raak ik de weg kwijt. De schemer valt in en ik vervloek mijzelf dat ik hieraan begonnen ben. Dat ik dacht zo wel even de kilometers ‘in te kunnen halen’.

Ik probeer uiteindelijk naar het hoogste punt te komen door steil omhoog te lopen tussen de bomen door. In de verte zie ik een lichtje waarvan ik hoop dat het een lantaarnpaal bij een weg is. Dat is het gelukkig en ik ontspan weer een beetje. Nog zo’n 6 km. Het is inmiddels behoorlijk donker en blaffende honden gaan los bij de huizen waar ik langsloop.

Ze jagen je de stuipen op het lijf, die honden en je komt ze overal tegen langs de route. Ik zet mijn hoofdlamp op en loop zo hard mogelijk door. Om 19.45u kom ik aan in Rubiães. Ik moet nog een stukje langs een drukke N-weg lopen naar de albergue en sta even stil langs de kant van de weg. Op een plattegrond sta ik te kijken hoe ik dit laatste stuk het veiligste kan lopen wanneer er naast mij een auto stopt en het raampje opendraait. ‘Do you need help?’ vraagt een vriendelijke vrouw. Ik sta een beetje te stamelen en er komt weinig zinnigs uit mijn mond door de vermoeidheid van de dag en de spannende laatste paar uur. ‘Get in the car’ zegt ze en ze gooit de deur open. Zonder tegenstribbelen stap ik in de auto, dankbaar voor haar hulp. ‘Waar kom je vandaan? Waar moet je naartoe?’ Het duurt even voordat ik de informatie paraat heb maar ze begrijpt het en zet mij 600 meter verderop af bij de albergue waar ik moet zijn. Ik bedank haar voor haar hulp en ze wenst mij een ‘Bom Caminho’.

Aangekomen bij de pikdonkere albergue (die officieel nog niet open is maar waar ik wel mag slapen) tref ik de deur open maar zie ik niemand. Na wat zoekwerk in en om het huis vind ik een Canadees stel in een ander deel van de albergue. Ze heetten mij welkom en vertellen dat de vrouw des huizes net weg is. Ik mag mij vast wel in het benedenhuisje settelen. Ik bel de eigenaresse en ze zegt dat ze er zo aankomt. Terwijl ik wacht drink ik een kopje thee uit mijn thermoskan en ga zitten op de bank. Ik geloof dat ik even wat tijd nodig heb om te bekomen van deze enerverende dag.

Na een paar minuten komt de eigenaresse binnenstormen, op zijn ‘Portugees’ met veel kabaal. Het sop zit nog in haar haar want ze stond net onder de douche zegt ze. Ze begrijpt er niets van dat ik zo laat nog aankom. Waar kom ik helemaal vandaan? En heb ik al gegeten? Ze maakt zich gelijk zorgen want het restaurant in de buurt gaat al bijna sluiten en ze stormt weer weg. Even later komt ze terug met een appel, 2 eieren, een tomaat en wat kaas, zodat ik toch nog wat te eten kan maken. Ik reken 15 euro af voor de overnachting en bedank haar voor haar lieve zorgen. Ik voel me steeds zo dankbaar voor alle hulp en steun die ik krijg van zoveel lieve mensen.

Ik probeer overeind te komen en ga op zoek naar hout om de kachel aan te maken. Het is namelijk ijskoud in het huisje. Ik zet de Spaanse muziek op van het feestje van de vorige avond en doe een dansje in de keuken. Ik maak een simpele maaltijd bij een vuurtje dat ik met moeite kan aanhouden met aanmaakblokjes omdat het hout nat is. Starend in de vlammen denk ik terug aan mijn avonturen van de afgelopen dagen en concludeer ik dat het best goed gaat zo in mijn eentje.

 

Kosten:

Slapen: 15 euro

Pelgrimslunch: 15 euro

Fanta en chips: 2,60

 

WANDELDAG 5: van Rubiães naar Os Eidos

Slapen: Albergue Casa Alternativo

 

‘Life is like a mirror, smile at it and it will smile back at you’. Deze tekst lees ik op de spiegel van de badkamer waar ik deze ochtend mijn tanden poets. Ik maak een havermout ontbijtje met de voorraad uit mijn rugzak en ben blij dat ik weer wat opmaak van al het eten wat ik bij me heb. Ik heb namelijk in totaal 3 kilo aan eten meegenomen… Dit zijn vooral zakjes met havermoutontbijtjes, zakjes notenmix, crackers en energierepen. Het zijn de voedselpakketjes die ik al klaar had liggen voor mijn expeditie in Zweden en wellicht wat overdreven voor op de Camino want er zijn hier genoeg winkels te vinden. Toch ben ik er al een aantal keer blij mee geweest want het is heel verschillend of je in een albergue kunt ontbijten of niet. Ook onderweg ben ik al blij geweest met een zakje havermout toen ik al uren geen barretje was tegengekomen en erg honger kreeg.

Ik zorg iedere ochtend voor een gevulde waterfles en een thermosfles met gekookt water. Ook heb ik in mijn rugzak een ‘laplandmok’ een soort beker/bakje waar je zowel uit kunt drinken als uit kunt eten en een lepel. Ik heb dus altijd de mogelijkheid om onderweg iets (warms) te eten en te drinken.

Zin in deze dag want vandaag ga ik de grens oversteken naar Spanje! Ik ben helemaal ingepakt in mijn regenkleding, met de regenhoes om mijn rugzak en stap naar buiten in de stromende regen. Even slikken maar we moeten door! Ik kom onderweg gelukkig veel barretjes tegen waar ik even stop voor een koffietje en mezelf droog kan schudden. De route is niet bepaald mooi vandaag en in combinatie met de hevige regen is er niet veel aan. Als je lange dagen alleen wandelt slaat ook af en toe gewoon de verveling toe. Tja ook dat hoort erbij.

Onderweg lunch ik in Valença, een historisch stadje aan de Portugese kant van de grens wat omgeven is door oude stadsmuren. Na de lunch breekt gelukkig de zon door en kan mijn regenjas- en broek eindelijk uit. Ik ben pas net weer onderweg als iemand mijn naam roept. In de verte zie ik Raphael druk staan zwaaien, zijn hondje Poppy dartelt vrolijk kwispelend om hem heen. We omhelzen elkaar en kletsen bij als oude vrienden. Ik heb Raphael ontmoet bij Casa Fernanda tijdens de feestavond. Raphael loop de camino Portugues met zijn hondje Poppy en is ook vertrokken vanuit Porto. Hij heeft een tent mee en is van plan om vanuit Santiago helemaal terug te lopen naar zijn huis in Frankrijk. We lopen samen verder en steken de grens over naar Spanje waar we in een ander historisch stadje Tui terecht komen.

Het was weer een dag waarop ik meer dan 30 km moest lopen. Ook loop ik van de Portugese tijdzone de Spaanse (en Nederlandse) zone in waardoor de klok een uur vooruit gaat. Ik kom dus pas rond 19u aan in albergue ‘Casa Alternativo’ waar Dries (een Belg) mij hartelijk verwelkomd met zijn hond Otto. Dries heeft zo’n beetje alle camino’s op zijn naam staan en besloot in het caminoleven te blijven en een eigen albergue te starten. Alles is door hem vanuit het niets opgebouwd en met de hand gemaakt met hout gekregen van de lokale houthandel. ‘Casa Alternativo’ doet zijn naam eer aan, het is een waar paradijs wat Dries hier heeft weggezet. Een uurtje later mag ik aanschuiven voor een heerlijk diner gekookt door Dries voor Raphael, Celma (nog een pelgrim) en mij.

 

Kosten:

Slapen inclusief ontbijt en diner: 30 euro

Pelgrimslunch: 10 euro

 

Binnenkort volgt de rest van Sanne's Camino avontuur!