Bart Dirven beklom de Shishapangma

Bart Dirven beklom de Shishapangma

01 September 2020

"Daar sta je dan. Met beide voeten op de grond te kijken naar de wereld onder je. Ik sta boven het heelal. Boven alles. Ik sta op een achtduizender. Om me heen zie ik een aantal pieken die nog hoger uitsteken boven het wolkendek". 

"Ik vind alle buitensporten leuk om te doen. Door de winkel kom ik met mensen in aanraking die bepaalde dingen doen. Zij zijn inspirerend. Aan de andere kant heb je ook een voorbeeldrol in het ondernemen van avonturen. Ik wil dezelfde taal spreken als mijn klanten. Om goed te kunnen adviseren, vind ik dat je alles zelf moet hebben gedaan. Ik weet niet wat het is. Op een gegeven moment is het je ding om grenzen te verleggen, steeds een stapje verder." In 2008 ontstond een nieuwe idee in zijn hoofd: het beklimmen van de Shishapangma. Een ware achtduizender in het Himalaya gebergte in Tibet. Een berg die synoniem staat voor de wonderlijke schoonheid én de angstaanjagende kille kracht van de natuur. Een berg die slechts een handjevol fanatiekelingen meester maakt gezien de enorme fysieke en mentale inspanning. 

De voorbereiding

"Het idee om met zo weinig mogelijk zuurstof (uiteindelijk 30 procent) met 25 tot 30 kilo bagage naar boven te sjouwen, voelt als een overwinning. Ontberingen en euforie gaan hand in hand, dat geeft de kick. Je moet het doen. Door mijn ervaring in bergbeklimmen weet ik hoe essentieel een goede training is. Ik heb contact gezocht met sportcentrum Juliën in Lienden. In dit centrum trainen mensen die meedoen aan de Olympische Spelen. Daar trekken ze de zuurstof uit de lucht om het aantal rode bloedlichaampjes aan te maken. Ik ben als een gek aan de slag gegaan en heb een zwaarder trainingsprogramma gevolgd dan jongens rond de dertig jaar. Je moet jezelf superfit voelen, anders heeft het geen zin. Het is geen normale prestatie."

De expeditie 

"Nooit heb ik vermoed wat er bij deze expeditie komt kijken. We staan bij de grens in Kathmandu. De weg is compleet weggespoeld. Ik kijk mijn ogen uit. Tibet lonkt met zijn mix van uitgestrekte vlaktes en ongekende hoogtes. Het is nauwelijks te bevatten wat voor een schouwspel zich voor mijn ogen afspeelt. Ik zie het eten en drinken voor een heel basiskamp op ruggen voorbij komen. Er loopt hier letterlijk een karavaan van mensen, speciaal voor jou. Laat het over je heen komen zeg ik tegen mezelf. Dit is niet te bevatten."

Vanuit de grensovergang worden de expeditieleden in jeeps naar het basiskamp gebracht op 5000 meter. Twee keer per jaar, als de weersomstandigheden optimaal zijn, nemen ongeveer 80 man de uitdaging aan om de Shishapangma te beklimmen. Van het basiskamp vertrok de groep naar kamp 1 op 6200 meter. In totaal waren er drie kampen richting de top. Elke klimmer trok van het ene kamp naar het andere kamp zodat het lichaam kon voelen wat het is. Na een paar dagen keerde je weer terug naar het basiskamp om bij te komen en aan te sterken. "Je liep over een kilometer lange ijsrand die je overstak. Een overgetelijke ervaring. Er stonden vlaggetjes op die schotsen en daar moest je tussendoor laveren en overheen klimmen. Met pikhouwelen sloeg je jezelf vast in het ijs. De eerste keer deden we er drie uur over. Het was ontzettend zwaar, mede doordat je zware bagage meesleurde. Een verkeerde handeling en je ligt beneden. Zonder de sherpa's ben je helemaal niets. Zij zijn de belangrijkste personen die weten als geen ander welk weer je kunt verwachten."

De top 

"De nacht is gevallen, de temperatuur heeft een kwik van -30 graden bereikt. Het is donderdag 1 oktober 2009. De spanning stijgt. Vandaag bereiken we de top! (...) Rond de klok van 9 uur is het zover. Daar sta je dan, boven het heelal. Gedachten flitsen door mijn hoofd. Ik denk aan niemand en aan iedereen. De zonsopgang is betoverend mooi. Het sneeuwt niet, het is een typische stralende ochtend. Naast ons prijken de Mount Everest, Cho Oyu, Kangchenjunga en Makalu. Het gaat allemaal zo snel. We zijn amper 10 minuten boven. Ik besef me nauwelijks dat ik boven ben. Geen tranen, geen WAUW-gevoel, eerder heel nuchter: het doel is bereikt. De hoogte maakt je anders, je herkent jezelf bijna niet meer."

Het winnaarsgevoel duurde maar kort voor de mannen. Zonder elkaar te feliciteren - het gevaar bevindt zich immers onder je - worden ze na 15 minuten door de teamleider aangespoord om de terugtocht in te zetten. Bart wordt overvallen door een tergende vermoeidheid. "Alejandro en ik klommen als enige zonder extra zuurstof. Daar had ik op getraind. Ik had gelezen dat de helft van de klimmers geen extra zuurstof gebruikte. Al eerder tijdens de expeditie bleek dat anderen sneller naar boven gingen door hun extra zuurstof. Ik bleef achter op de groep om hetzelfde te presteren. Voordat ik op de terugtocht bij Kamp 3 was beland, besloot mijn begeleider dat ik zuurstof nodig had. Als ze zien dat het niet helemaal goed met je gaat, grijpen ze in. Het is niet mogelijk om op die hoogte zelf te beslissen, omdat je niet normaal meer kunt denken. Je krijgt een fles op je rug en een masker op. De tocht was zwaar, je moest aan de touwen terug naar de eerste stop. Op mijn laatste krachten ging ik 500 tot 600 meter lager. Toen ik in de tent lag was het inmiddels 13.00 uur. We hebben alleen wat gedronken en gegeten. De leiding gaf aan dat we door moesten. We zaten in een zogenaamde death zone. Dat is de naam voor een stuk tussen de 7500 en 8000 meter. Als je daar te lang blijft, kun je volledig de weg kwijt raken of bijvoorbeeld een herseninfarct krijgen. Ik moest omlaag. Er was geen keuze. Ik zag het niet zitten, mede door het extra gewicht van de zuurstoffles. Helaas moet je het meenemen. De sherpa's sjouwden al complete tenten naar beneden en konden geen bagage van de klimmers overnemen. Dat was afzien."

"Het is een uitputtingsslag. Van kamp 3 naar kamp 2 val ik wel 100 keer. Ik raak steeds verder van mijn team verwijderd. De één loopt sneller dan de ander. Ik loop achteraan. Het is donker, de volle maan prijkt aan de hemel. Mijn bagage is zwaar. Het zit niet goed. Mijn broek zakt door het gewicht van de fles en de tas iedere keer omlaag. De bagage laat los. Heel even blijf ik staan om de tas opnieuw vast te maken. Mijn maat loopt voor me. Voor mijn gevoel zijn we al heel dicht bij kamp 2. Dan ga ik rechtdoor terwijl ik rechtsaf moet. Ik ga van een berg af met losse sneeuw. De twijfel slaat toe: ik kom niet meer weg. Ik heb geen nummer van de groep. Je gaat er niet vanuit dat zoiets gebeurt. Mijn leven glipt door mijn vingers. Hoe kom ik hier uit? Elk uur alleen is een uur teveel. Te midden van alle betoverende witte sneeuw, ga ik zitten en wachten.. Wachten op een teken van leven van de groep."

Langzamerhand beseft Bart wat er gebeurt. "Het voelde alsof dit het was. Ik bleef maar denken: nu gaat het mis. Je fut is op. Ik kon niet meer. Je moest nadenken over hoe je de nacht doorkomt. Ik dacht erover om een hol te graven en daar in te gaan slapen. Maar eigenlijk had ik geen idee. Mijn hersens werkte misschien nog voor 40 procent. Je voelde dat je steeds minder goed nadacht. Naar huis bellen met mijn sateliettelefoon deed ik niet. Ik wilde ze niet ongerust maken. Zo ver was ik nog niet, maar het had niet langer meer moeten duren. Het werd steeds kouder en je bent vermoeid. Na vier uur zag ik lichtjes van een berg afkomen. Door de schittering zagen ze mij. Je bent zo blij als je elkaar weer ziet."

"Nu wist ik dat ik veilig was. Je bevriest niet zomaar, maar als je stil blijft zitten, dan gaat het licht uit. Uiteindelijk was ik pas om 00.15 uur weer in het kamp terwijl ik er om 19.00 uur had moeten zijn. Ik heb de zuurstoffles en een pikhouweel achtergelaten. Ik kon niet meer. Eenmaal in het kamp was ik opgelucht."

Toch overheerst bij Bart het gevoel van de top. "Je kunt je niet voorstellen hoe intensief je er mee bezig bent om de prestatie te kunnen leveren. Alles is erop gericht om het überhaupt te kunnen doen. Voor de meeste mensen is dat niet eens weggelegd. Je moet het er zelf voor over hebben. Het beeld van de top staat in mijn hersens gegrift. Het zit diep in me. Dat kan niemand zich voorstellen."

Steun Fight for Sight

Bart steunde tijdens zijn expeditie de stichting Fight for Sight. In Fight for Sight bundelen de Stichting Lions, Werkgroep Blinden en Wilde Ganzen hun krachten. Alle inkomsten uit georganiseerde fondsenwervingsacties worden meer dan verdubbeld. "Ik vind het belangrijk om verantwoord te ondernemen. Naast je werk moet je ook stilstaan bij andere zaken. Vorig jaar hebben we 1000 mensen kunnen helpen."

Meer informatie is te vinden op Summit Climb en Fight for Sight

Interview door: Bikestyle